ventilatie

We onderscheiden ventilatie in twee delen:
Onbewuste ventilatie 
Onbewuste ventilatie dient te worden beperkt.  Niet alleen leidt onbewuste ventilatie vaak tot comfortklachten maar ook tot aanzienlijke energieverliezen. Berekend is dat voor een in het verleden gebouwde woning 300-400 m³ aardgas op jaarbasis nodig was om deze ventilatieverliezen  te composeren. In een woning die voldoet aan de huidige eisen bedraagt deze verliespost nog slechts ca. 100 m³ aardgas.

De belangrijkste luchtlekken zijn:
- kruiplekken
- doorvoeren in de beganevloer;
-aansluitingen ter plaatse van de nok en de dakvoet
- naden tussen de draaiende delen en het kozijn maar ook een brievenbus.

In principe komt het erop neer dat de luchtdichting op een logische plaats en zo dicht mogelijk aan de binnenzijde van de gevel, dak of vloer dient te worden aangebracht. De eis die aan de luchtdichtheid wordt gesteld, is in principe simpel Het meten in de praktijk is echter ingewikkeld.

De eis is als volgt geformuleerd:
‘bij een bepaald drukverschil, ten gevolge van wind en temperatuur, over de ‘schil’ van de woning, mag slechts een beperkte hoeveelheid lucht naar buiten’.

Het bedoelde drukverschil is in de praktijk natuurlijk slechts af en toe aanwezig. Om te controleren of een woning voldoende luchtdicht is, wordt het drukverschil met een grote ventilator aangebracht. Er wordt lucht ingeblazen en er ontstaat dan overdruk. Men gaat dan na hoeveel lucht er door kieren en naden verdwijnt.

-Onbewuste ventilatie
Per persoon hebben ca. 25 m³ lucht per uur nodig, daarom is frisse lucht van buiten nodig. Wij ademen koolzuurgas uit, dit gas moet het gebouw/woning weer verlaten.

Andere redenen om te ventileren zijn afvoer van kookluchtjes, tabaksrook waterdamp en verontreinigingen die afkomstig zijn uit bouwmaterialen. Een mechanisch ventilatiesysteem zorgt er voor dat continu lucht toe- en afgevoerd wordt. Natuurlijk moet aan de bewoners worden verteld waarom het zo belangrijk is voor een gezond binnen-klimaat om goed te ventileren. De ventilatie-eisen komen erop neer dat voor een woning een maximale capaciteit nodig is van ca. 200 m³ lucht per uur.

‘s Nachts is natuurlijk minder ventilatie nodig. Door het ventilatiesysteem te voorzien van tussenstanden is regeling en dus besparing mogelijk. Indien we elk uur van de dag, 365 dagen lang, gemiddeld 100 m³ per uur ventileren, dan hebben we totaal 250 m³ aardgas per jaar nodig om de frisse lucht weer op de gewenste binnentemperaturen te brengen. Ventileren kost dus energie. Alleen met behulp van warmteterugwinning is deze hoeveelheid hoeveelheid terug te brengen.
Met een goed werkend terugwinapparaat kan 60-70% van deze energie teruggewonnen worden.

    Dit bericht is geplaatst in Isoleren. Bookmark de permalink.

    Reacties zijn gesloten.